Op dinsdag 19 november was het weer van dattum. Meer dan 40 bouwprofessionals kwamen in Muizen bijeen voor ons tweede Eco*Bouwforum van 2019. We keerden terug naar onze VIBE-roots en strikten experten die ons inlijfden in de wereld van strobalen- en kalkbouw.
Collega Wim Huntjens (BAS Bouwen) introduceerde de deelnemers in de principes achter strobalenbouw. “Stro is een bijzonder interessant bouwmateriaal. Het is makkelijk bewerkbaar, goed thermisch en akoestisch isolerend en het komt rechtstreeks van de akker”, opende Huntjens zijn betoog. Daarnaast is stro ook een gezond materiaal dat landbouwers jaarlijks en masse produceren. “Voor een gemiddelde woning hebben we ongeveer 12 ton stro nodig. Omgerekend komt dat neer op 2,5 hectare of vijf voetbalvelden akkerland per woning.” Strobalenbouw verdiende al in Frankrijk zijn pluimen. Ook in België is de alternatieve bouwmethode aan haar opmars begonnen.
Gestandaardiseerde normen
“In tegenstelling tot de vermoedens zijn er strenge regels die gelden voor strobalenbouw. Gaande van de gestandaardiseerde vorm van de strobalen tot het vochtgehalte. Wie schimmels en verrotting wil tegengaan, moet steeds de vochtigheid van de balen controleren. Stro moet je sowieso droog houden tijdens het vervoer en het productie- en opbouwproces. Op de werf kan je het stro bijvoorbeeld beschermen door een dampopen folie te gebruiken”, benadrukte Huntjens. De massadichtheid van de strobalen ligt idealiter tussen 90 en 120 kg/m³. Dit is noodzakelijk om de goede karakteristieken van het materiaal te behouden. Huntjens: “Deze massadichtheid zorgt ook dat het risico op brandgevaar een stuk lager ligt. Natuurlijk neem je als aannemer of doe-het-zelver ook de nodige preventiemaatregelen zoals een rookverbod in de buurt van de strobalen.”
Publieke projecten
Ondanks de vele mogelijkheden en plaatsingsmethodes (Nebraska methode, Belgische methode, Franse methode, prefab…) krijgt strobalenbouw vaak het alternatieve label opgespeld. “Ik verdedig de opschaling door publieke projecten. Door op grote schaal voorbeeldgebouwen neer te planten, kunnen we de particulieren overtuigen van de positieve kenmerken van strobalenbouw. Ook door professionele codes op te stellen over de uitvoering kunnen we eenvormigheid binnen de markt creëren. Op een wetenschappelijke leest kunnen we de nodige bouwdetails ontwikkelen die architecten en aannemers helpen bij de uitvoering van hun projecten. We leven letterlijk naast de grootste stroschuur van Europa dus de mogelijkheden zijn onnoembaar”, besloot Huntjens zijn betoog.
Het Wiegelied in Oostende: een mooi voorbeeldproject van strobalenbouw gerealiseerd door BAST Architects & Engineers (Foto: Furnibo)
Zeg nooit kalk tegen kalk
VIBE-bouwpartner Marc Swolfs (Arte Constructo) vervolgde met een uiteenzetting over het gebruik van kalk binnen de bouwsector. “We spreken over een geschiedenis van meer dan 40000 jaar. De Romeinen kwamen in onze streken hun kalk winnen om die in eigen land te gebruiken. We hebben dus op lokaal niveau een schat aan bouwstoffen in huis. Wanneer ik spreek over bouwkalk spreek ik over natuurlijke, hydraulische kalk. Niet de kalktoepassingen waar cementboeren over spreken of industriële hardende kalk. Dit zijn toepassingen met een grote CO2-uitstoot”, beklemtoonde Swolfs.
De regel van drie
Om de verschillende kalkderivaten te onderscheiden, illustreerde Swolfs de regel van drie. “Spreken we over kalk die in drie uren geblust, gebrand en verpakt wordt dan bedoelen we industriële hardende kalk. Dit kalkhydraat vormt bijvoorbeeld het bindmiddel voor mortel. Geven we de kalk tijd en duurt het productieproces ongeveer drie maanden dan krijgen we bouwkalk of natuurlijke hydraulische kalk. Tot slot is er ook het ‘wijnproces’ waarbij we de kalk drie jaar of meer de tijd geven. In dat geval krijgen we vette kalk. Tot twee eeuwen terug beschikten huishoudens over een kalkput om de kalk in de rot te zetten. De kalk kreeg op een natuurlijke wijze voldoende tijd om te rijpen.”
Kalkmortels
Mortels op basis van kalk zijn volgens Swolfs beter dan hun hedendaagse vervangers. “Ze geven meer flexibiliteit aan de metselstructuur terwijl de sterkte minimaal beïnvloed wordt. Deze mortels zijn dampopen en vertonen weinig tot geen problemen met krimp. De trage uitharding veroorzaakt namelijk een vertraagde hydraulische reactie. De krimp stopt voordat de mortel uitgehard is”, bemerkte Swolfs. De elasticiteit vangt de vervormingen op en door het uitblijven van scheurtjes is er bij kalkmortels een betere vochthuishouding. Cement volgt het omgekeerde proces waardoor er eerst uitharding is en daarna pas krimp. Dit veroorzaakt pas na verloop van tijd scheurtjes. “Bij kalkmortels zijn er dus geen dilatatievoegen nodig om de krimp van het materiaal op te vangen.”
Wil je meer te weten komen over de lezingen van onze sprekers? Je kan hier hun presentaties terugvinden.
Uitgelichte foto: Arte Constructo