EXPO: Building and Living in Community – DAM Frankfurt – C-Mine Genk

Wil jij alles weten over collectief bouwen en cohousing? Zet dan zeker de tentoonstelling “EXPO: Building and Living in Community – DAM Frankfurt” in C-Mine te Genk op je agenda! De tentoonstelling baseert zich op het Leipzig Charter on Sustainable European Cities, dat werd ondertekend door de Europese lidstaten met als doel de toenemende verstedelijking in de EU op duurzame wijze te doen verlopen. Volgens het charter moet er een goede balans zijn tussen economische en sociale ontwikkeling en de milieusituatie en leefbaarheid in de steden.  Collectief bouwen en dichter wonen worden hierin als belangrijke elementen naar voor geschoven. De tentoonstelling toont 22 projecten waar mensen coöperatief wonen in de stad.  Alle voorgestelde projecten hebben architecturaal een hoge kwaliteit, een hoge graad aan collectiviteit en tonen het aantrekkelijk karakter van dergelijke woonvormen. Ze worden belicht via maquettes, foto’s, plannen en fiches.

Samenwerking is de sleutel tot succes

Peggy Totté, architect-stedenbouwkundige, en projectleider van ‘Collectief bouwen en dichter wonen’ bij Architectuurwijzer vzw deelde haar visie en ervaringen met ons tijdens een rondleiding op de tentoonstelling:

Collectief bouwen is geen magische formule en het is niet voor iedereen weggelegd, wist ze ons meteen te vertellen. Een belangrijke beïnvloedende factor voor de ontwikkeling van collectieve bouwprojecten is de rol die de lokale overheid opneemt. Die heeft de mogelijkheid om bijvoorbeeld gronden ter beschikking te stellen (in pacht) of het juiste regelgevend kader te voorzien. De details van het bouwproject kunnen vervolgens via bewonersparticipatie verder worden uitgewerkt in samenwerking met de architect. Een goede samenwerking tussen overheid, bewoners, architecten en alle andere actoren is een belangrijke sleutel tot succes voor innovatieve woonprojecten. Projectontwikkelaars worden soms als struikelblok ervaren bij cohousing initiatieven omdat de belangen van dergelijke organisaties vaak moeilijk te verenigen zijn met de belangen van de overheid of de bewoners. Er is immers vaak veel tijd nodig om zo’n project op te zetten en het beslissingsproces zit heel anders in elkaar dan bij klassieke projectontwikkelingen. En het is net het overleg tussen ruimdenkende bewoners dat zorgt voor een unieke kruisbestuiving bij elk project. Hierdoor ontwikkelen zich de meest creatieve concepten. Dat architecten hierin vaak de lead nemen, hoeft zeker niet te verbazen. Zij zien met hun creatieve blik soms toch mogelijkheden in een ogenschijnlijk ‘onmogelijk’ project.

Drie financiële modellen

In de tentoonstelling worden drie financiële modellen met elkaar vergeleken: Ten eerste heb je het ‘Bouwgroepenmodel’ uit Duitsland waarin het vooral de context is die de slaagkans bepaalt, zoals de ondersteuning door de gemeente of stad en het enthousiasme van de toekomstige bewoners. Daarnaast heb je het ‘Investeerdersmodel’ waarin winstmarge als verlies wordt beschouwd, er geen eigen vermogen nodig is maar waarbij bewoners meestal beperkte inspraak hebben. En ten derde is er het ‘Coöperatief model‘, wat in de tentoonstelling als ideaal naar voren wordt geschoven omdat het de voordelen van beide andere modellen probeert te verenigen. Dit laatste model is vooral in Zwitserland en Oostenrijk sterk ingeburgerd.

Terugkerende elementen

Volgende elementen zie je in collectieve bouwprojecten vaak naar voor komen:

  • een mooie integratie in de ruimtelijk context
  • grote gemeenschappelijke tuinen en terrassen
  • gemeenschappelijke dakterrassen
  • een belangrijke sociale functie voor de traphal
  • een grote flexibiliteit naar oppervlakte toe
  • een grote variatie aan woningtypes volgens de specifieke behoeftes van de bewoners
  • de integratie van gemeenschappelijke ruimtes zoals een coworkingruimte, een bezoekruimte, een klusruimte, een bibliotheek of speelruimte voor de kinderen
  • fietsen worden als het primaire vervoersmiddel beschouwd
  • een multifunctionele plint: door de gelijkvloerse verdieping iets groter uit te voeren dan de andere verdiepingen, ontstaat een zogenaamde ‘plint’. Deze kan worden gebruikt voor allerlei toepassingen zoals een horecazaak, werkruimte, winkels,…

Bron van inspiratie voor alle actoren!

De voorbije jaren is de interesse van kandidaat-bouwheren in cohousing alleen maar toegenomen. Laat ons hopen dat deze tentoonstelling een inspiratie mag zijn voor architecten en bouwheren, overheden én projectontwikkelaars. Dat ze de handen meer in elkaar durven slaan, over alle commerciële en politieke belangen heen, de koppen bij elkaar steken en leren van elkaars expertise. De concrete voorbeelden in deze tentoonstelling tonen aan dat de mogelijkheden oneindig zijn. Niet alleen de bewoners maar ook de omwonenden en het leefmilieu zullen er wel bij varen.

Meer informatie?

Wil je meer informatie over de tentoonstelling en het thema? Bekijk dan zeker volgende links:
Meer info: http://www.c-minecultuurcentrum.be/programma/view/id/1059/h/programma/c/Tentoonstellingen/at-home-building-and-living-in-community
Interessant blogbericht van Duwobo: http://www.duwobo.be/blog/2017/8/27/de-pret-van-een-verkaveling-zonder-het-ruimtebeslag-expo-c-mine-genk-geeft-inspiratie 
Meer informatie over het Leipzig Charter: http://www.eukn.eu/e-library/project/bericht/eventDetail/leipzig-charter-on-sustainable-european-cities/
Ook op de blog van Peggy Totté lees je hier meer over: http://architectuurwijzer.be/match-van-de-toekomst-appartement-versus-verkaveling/
In het maandblad Ik Ga Bouwen en Renoveren van september 2017 publiceerde VIBE een interview met Trui Maes over collectief wonen: https://www.vibe.be/wp-content/uploads/2017/09/IGB403-048_VIBE-Collectief-wonen.pdf 

sep 15, 2017

Misschien ook interessant voor je?