Het is warm buiten en natuurlijk wil je satanische temperaturen in je woning vermijden. Maar o jee: na twee dagen hitte zit je weer te zweten en te puffen in je sofa. Herkenbaar? We zetten enkele feiten en fabels over oververhitting even voor je op een rijtje.
“Wie oververhitting wil tegengaan, beperkt beter de beglazing.”
JUIST – Heel wat zonnewarmte sluipt binnen via de beglazing van je woning. Daarom beperk je beter de glasoppervlakte. Voldoende glas is belangrijk om in de winter te genieten van gratis zonnewarmte, om zicht te hebben en om in elke ruimte voldoende daglicht binnen te laten. Maar glas heeft dus ook een keerzijde: risico op oververhitting. We streven bijgevolg naar een evenwicht tussen gewenste zonnewinsten in de winter en ongewenste in de zomer, voldoende daglicht, zicht en privacy.
“Een automatische zonnewering is effectiever dan een handmatige.”
JUIST – De sturing bepaalt mee hoe effectief een zonnewering in werkelijkheid zal zijn. Bij een handmatige zonnewering loop je als bewoner de kans dat je deze vergeet naar beneden te doen. Een automatische zonnewering kan in de praktijk betere resultaten opleveren door de zon tegen te houden. De zonnewering wordt best ook aangestuurd door een wind- en regensensor. Zo vermijd je schade in geval van slechte weersomstandigheden.
“Ramen en deuren hou je te allen tijde beter dicht.”
DEELS FOUT – De fout zit ‘m hier in de te allen tijde. Overdag is het inderdaad aangewezen om ramen en deuren te sluiten. De temperatuur buiten de woning ligt veel hoger dan binnen dus moet je de warmte overdag zo veel mogelijk buiten proberen te houden. ’s Nacht is het echter aangewezen om je ramen (en deuren) open te zetten. De temperatuur buiten ligt dan veel lager en een open raam kan je helpen om de binnengeslopen warmte op een efficiënte (en natuurlijke) wijze af te voeren.
“Hoe dikker je isoleert, hoe groter de kans op oververhitting.”
FOUT – Een vaak gehoorde fout, hoewel ze op het eerste gehoor logisch klinkt. In de zomer is het overdag buiten warmer dan binnen en meer isolatie leidt tot minder transmissie van warmte van buiten naar binnen. Dat is positief. Maar ’s nachts is het buiten wel frisser dan binnen. Op dat moment heeft meer isolatie een negatief effect. Deze effecten moeten echter gerelativeerd worden. De negatieve impact heeft eigenlijk weinig belang: de binnengekomen warmte kan ’s nachts veel efficiënter afgevoerd worden via natuurlijke ventilatie. Daarnaast valt het verschil in transmissie door een niet, weinig of dik geïsoleerde muur in het niets ten opzichte van de hoeveelheid zonnewarmte die door een raam kan binnenvallen.
Bron: Dialoog vzw