To bio or not to bio?

Odisee Hogeschool, WTCB en Universiteit Gent slaan de handen ineen voor het VLAIO Tetra-project To bio or not to bio?. Het project onderzoekt de kenmerken en de inzetbaarheid van isolatiematerialen met een lage milieu-impact binnen de bouwsector. Een eerste enquête leverde alvast boeiende resultaten op.

Het is geen groot geheim dat gebouwen een grote milieu-impact hebben en massa’s energie opslorpen. Er zit namelijk een grote hoeveelheid ingebedde energie in de gebruikte materialen. In vergelijking met de energie die nodig is om een woning te verwarmen of af te koelen, weegt de milieu-impact van de gebruikte bouwmaterialen steeds meer door. Zeker voor isolatiematerialen is er een potentieel om de negatieve klimaat- en milieu-invloeden te verlagen. Binnen de bouwsector merken we de groeiende bewustwording om te bouwen met een beperkte milieu-impact. Het project To bio or not to bio? richt zich op biogebaseerde isolatiematerialen uit hernieuwbare grondstoffen. In tegenstelling tot petrochemische varianten zijn deze isolatiematerialen afkomstig uit oneindige bronnen.

Uit eigen overtuiging

Een eerste enquête bij bouwprofessionals (architectenbureaus, producenten, aannemers, studiebureaus…) leverde boeiende resultaten op. 60% van de respondenten geeft aan dat ze uit eigen overtuiging biogebaseerde isolatiematerialen al toepast in de werfpraktijk. Maar ook de klant speelt een belangrijke rol. Op vraag van de klant gebruikt 24% van de professionals biogebaseerde materialen. Slechts 16% van de deelnemers bezigt in de dagelijkse praktijk nooit materialen uit hernieuwbare grondstoffen.

Cellulose, houtvezel en kalkhennep

Wanneer we inzoomen op de ‘populaire’ isolatiematerialen zien we dat de petrochemische en minerale klassiekers sterk vertegenwoordigd zijn. Minerale wol, PUR/PIR en EPS domineren de top drie. Professionals geven aan dat ze deze materialen gebruiken omdat ze goedkoper zijn, beter gedocumenteerd zijn of omdat de klant dit expliciet vraagt.

Qua biogebaseerde isolatiematerialen scheren cellulose, houtvezel en houtwol de hoogste toppen. Ook kurk en kalkhennep zijn de bouwprofessionals niet onbekend. Gerecycleerd textiel, stro en riet zijn momenteel de minst gegeerde hernieuwbare isolatiematerialen bij het professionele bouwpubliek.

Het groeiende bewustzijn binnen de sector over de deugdelijke eigenschappen van biogebaseerde materialen vertaalt zich in de toenemende vraag om meer kennis te verzamelen over hennep, kalkhennep, textiel, schelpen en houtvezel.

Hellende daken en houtskeletwanden

Toch verdienen biogebaseerde isolatiematerialen zeker al hun sporen op de werf.

52 professionals passen hernieuwbare materialen toe voor de isolatie van hellende daken. Ook voor binnenisolatie (48 respondenten) en de isolatie van houtskeletwanden (49 respondenten) vallen professionals terug op biogebaseerde isolatieproducten.

De bevraging toont dat biogebaseerde materialen het minst worden gebruikt om vloeren op volle grond, platte daken en spouwmuren te isoleren.

 

Bekijk hier de infographic.

Ons meest recente nieuws