Hoe kan een architecturaal of ruimtelijk project de verbinding tussen de plek en de gebruiker versterken? Het is een van de vragen waarop AR-TUR een regeneratief antwoord wil formuleren. Wij spraken met Edith Wouters, artistiek coördinator van het platform voor architectuur en ruimte.
AR-TUR is het cultureel platform voor architectuur en ruimte uit Turnhout. Zijn missie is helder: een positieve impact uitoefenen op de kwaliteit van de gebouwde omgeving in dorpen en kleine steden. “Wij werken aan een toekomstbestendige dorpse architectuur en een vitaal architectuurklimaat in de Kempen en daarbuiten”, verduidelijkt artistiek coördinator Edith Wouters. “De vrije culturele ruimte, die we Kempenlab noemen, is onze speelruimte om te denken en te doen.” AR-TUR is een inspirator en facilitator die de ruimtelijke kwaliteiten van dorpse omgevingen hoog in het vaandel draagt.
Na een co-creatief traject met KU Leuven bracht de organisatie de Toolbox Dorpse Architectuur uit: een boek en een rondreizende expositie die inspirerende voorbeelden verzamelen op maat van het dorp. Die Toolbox vindt serieuze bijval in Vlaanderen. Ondertussen toerde AR-TUR meer dan twee jaar rond in Vlaanderen met presentaties en werksessies, met de bijhorende dialoogtool. De organisatie biedt ook een doe-het-zelfkit aan. Niet verwonderlijk want de verdichting en de appartementisering van dorpskernen zijn anno 2024 hete hangijzers. “Onze dorpen veranderen in sneltempo”, stelt Edith. “Toch kan ieder architecturaal of ruimtelijk project nieuwe kwaliteiten aan het dorpskarakter toevoegen. Dat willen we met onze Toolbox Dorpse Architectuur stimuleren.”
De Kempenatlas
Doorgaans krijgt een project vorm aan de ontwerptafel, ver weg van de plek. Door die werkmethode heeft de ontwerper weinig voeling met de unieke kenmerken van de context. “Een kwaliteitsvol project verstevigt de relaties tussen de plek, de gebruiker en het gebouw. Zo heeft het op verschillende schaalniveaus impact”, benadrukt Edith. Een essentiële uitdaging voor ontwerpers is de verbinding met de plaats versterken in hun projecten. En dat gaat verder dan een vluchtige blik op de Ferrariskaart. In haar Kempenatlas brengt AR-TUR de Antwerpse Kempen in beeld aan de hand van 12 thematische kaarten en 20 bijzondere plekken die het DNA van de Kempen zichtbaar maken. De atlas vormt de aanzet van een project voor de regio.
Intussen experimenteerde de organisatie volop met regeneratieve cartografie, een vorm van cartografie waarin de verbinding met de plek centraal staat. In samenwerking met Marlies Vermeulen van het Institute of Cartopology en studenten Design for Impact aan LUCA School of Arts organiseerde AR-TUR enkele workshops. “Het Institute of Cartopology maakt kaarten van plekken door er een langere periode te verblijven en door bijzondere mappingsmethodieken. Ook het KempenKabinet dat de studenten ontwikkelden, verbindt meetbare en niet-meetbare karakteristieken van een plaats. Het maakt het gesprek mogelijk over huidige en toekomstige kwaliteiten van de plek.”
Traag omgaan met de plek
Regeneratieve ontwikkeling focust op het herstel van en de zorg voor plekken. Daardoor gaat het verder dan de business-as-usual oplossingen die duurzame ontwikkeling vooropstelt. Regeneratieve ontwikkeling focust net op de langetermijnvisie om zo een blijvende positieve verandering te cultiveren. Edith: “We mogen ons niet langer van de natuur distantiëren. Als gebruiker staan we in een wederzijdse relatie tot onze omgeving. We moeten op een trage manier met de plek omgaan. Daaruit volgt een alternatieve benadering om onze architectuur en ruimte op te schoeien.” De focus ligt dan niet op winstmaximalisatie en efficiëntie maar op de versterking van de natuurlijke systemen in en door onze projecten. “Hoe dragen we zorg voor de unieke eigenschappen van de plek? Dat is de vraag die we onszelf iedere keer moeten stellen. En hoe zijn we goede voorouders voor de generaties van levende en niet-levende wezens na ons?”
Die integraliteit kan je bereiken door een diverse groep van stakeholders bij architecturale en ruimtelijke projecten rond de tafel te brengen. “Iedereen die het dorp of de stad maakt, is een belanghebbende partij en kan een rol spelen bij de totstandkoming van een meer kwaliteitsvolle omgeving. Of je nu ontwerper, beleidsmaker, ontwikkelaar, grondeigenaar of bewoner in een adviesraad bent. Het is belangrijk om de stakeholders zo vroeg mogelijk met elkaar in contact te brengen. Door deze partijen te verzamelen, vergroot je de betrokkenheid en kan je de noden en de wensen helder in kaart brengen. Deze participatieve en co-creatieve aanpak zorgt dat iedere partij haar voordeel haalt uit de samenwerking.” Deze wederzijds voordelige samenwerking is essentieel om het regeneratieve karakter te waarborgen. Ze ontgint nieuwe mogelijkheden die je project naar een hoger niveau tillen.
“Samen stappen voorwaarts nemen”
AR-TUR ontwikkelde een handig instrument om het herstellende potentieel van toekomstbestendige projecten aan te boren: de Wijkmotor. Dit model zet het wijk- of dorpskapitaal, zoals mensen, infrastructuur en middelen, om in een meerwaarde voor de buurt. Die winst manifesteert zich op ecologisch en sociaaleconomisch vlak, maar het instrument garandeert ook een grotere omgevingskwaliteit. Het circulaire werkmodel van AR-TUR omschrijft vijf processtappen: co-initiate, co-sense, co-create, prototype en co-evolve. Dit proces garandeert dat alle belanghebbenden een gezamenlijk verhaal schrijven waarin hun uitdagingen en hun ambities duidelijk geformuleerd zijn. “Zo geeft het collectief van stakeholders vorm aan het toekomstbeeld waarin problemen worden vertaald naar mogelijkheden. De opstart van deelprojecten creëert draagvlak en zorgt voor betrokkenheid. Daarnaast vormen deze projecten de toetssteen om de visie en het proces aan af te toetsen”, gaat Edith verder.
De Wijkmotor geeft voeding aan het volledige ecosysteem. Het is belangrijk dat deze circulaire motor brandstof krijgt om te draaien. “Vanuit AR-TUR brachten we verschillende keren de belanghebbenden samen rond de tafel. We gaan dan in gesprek met deze partijen om gezamenlijke toekomstscenario’s te formuleren voor hun uitdagingen. Natuurlijk kunnen wij niet in iedere gemeente actief zijn dus besteden we bijzondere aandacht aan de capaciteitsopbouw van de stakeholders. We creëren verschillende settings zoals een cockpit die het ontwikkelingstraject blijft opvolgen of we zoeken ambassadeurs die de kwaliteit van het project evalueren en blijven waarborgen. Zo creëer je iedere keer een rimpeleffect om de positieve impact op te schalen en de groep van belanghebbenden te vergroten. Je versterkt het engagement door samen iedere keer stappen voorwaarts te nemen.”